Meer Wajongers aan het werk bij reguliere werkgevers
Het aantal jonggehandicapten dat werkt is in 2015 licht toegenomen ten opzichte van het jaar ervoor. Uit de Monitor Arbeidsparticipatie van UWV Kenniscentrum blijkt dat er eind 2015 in totaal 56.400 Wajongers aan het werk waren, 800 meer dan het jaar ervoor.
Het aantal Wajongers dat aan de slag was bij een reguliere werkgever groeide sterk, terwijl SW-bedrijven juist minder jonggehandicapten in dienst hadden. 5,4 procent van de werkgevers had eind 2015 een Wajonger in dienst. In 2013 was dit percentage nog 4,9 procent.
Door de aantrekkende arbeidsmarkt en de inspanningen in het kader van de banenafspraak groeide het aantal Wajongers werkend bij een reguliere werkgever in 2015 met 2.100 (+7 procent) naar 32.400. Het aantal Wajongers dat in of via een SW-bedrijf werkte daalde in dezelfde periode met 1.300 (-5 procent) naar 24.000.
Deze daling wordt veroorzaakt doordat er in 2015 nagenoeg geen Wajongers meer in een Wsw-dienstverband stroomden als gevolg van de sluiting van SW-bedrijven.
Werkbehoud Wajongers verbetert, maar blijft aandachtspunt
Van de Wajongers die in 2014 aan het werk gingen, was een jaar later nog 55 procent aan het werk. Dat is een groei van vijf procentpunt ten opzichte van het jaar ervoor. Van de jonggehandicapten die in 2012 aan het werk gingen en een jaar later niet meer aan het werk waren, had een meerderheid (57 procent) ook in het tweede en derde jaar na de werkhervatting geen baan.
Baanverlies en het daarna niet (snel) meer aan het werk kunnen komen, vormt daarmee een belangrijk knelpunt in de arbeidsparticipatie van Wajongers, aldus de onderzoekers.
Lichte groei ondersteuning bij werk
Om werk bij een reguliere werkgever mogelijk te maken, zijn veel inspanningen en investeringen nodig. Het werk dat Wajongers doen bij een reguliere werkgever is veelal aangepast werk in een reguliere setting met veel ondersteuning en begeleiding.
Van de Wajongers die werken bij een reguliere werkgever krijgt bijna de helft (47 procent) ondersteuning via loondispenstatie. Een derde (32 procent) krijgt (daarnaast) ondersteuning via een jobcoach. In totaal maakt 54 procent gebruik van enige ondersteuning.
Aandeel werkenden in WIA daalt niet verder
Het aantrekken van de arbeidsmarkt is ook zichtbaar bij mensen die een beroep hebben gedaan op een WIA-arbeidsongeschiktheidsuitkering. Voor het eerst sinds 2008 is de arbeidsparticipatie van gedeeltelijk WGA’ers en WIA 35-minners toegenomen. Dit zijn mensen van wie de aanvraag voor de WIA-uitkering is afgewezen, omdat hun inkomensverlies minder dan 35 procent.
Het aandeel werkende gedeeltelijke WGA’ers steeg van 42,5 procent eind 2014 naar 43,0 procent eind 2015 en het aandeel werkende WIA 35-minners van 40,8 procent naar 42,6 procent. Bij de volledig WGA’ers, dit zijn mensen die volledig (80-100%) maar niet duurzaam arbeidsongeschikt zijn, daalde het aandeel werkenden nog wel, maar de afname is kleiner dan in voorgaande jaren.
Lees de Monitor arbeidsparticipatie 2016